Poollicht - Internethandleiding
Aan alle poollicht-geintersseerden die m.b.v. Internetbronnen zelf een auroraverwachting willen maken.
Op deze pagina staan een aantal internetbronnen die we kunnen raadplegen als er op onze West-Europese breedte kans is op poollicht. Gebruik die bronnen en de kans dat u de show mist, wordt er aanzienlijk door verkleind.

Waar moeten wij op letten als we poollicht willen zien?

Voor we ons die vraag stellen, delen we ons in twee verschillende categorieën op, namelijk als persoon die de laatste tijd geen internet heeft geraadpleegd (cat. 1) of als iemand die de laatste dagen de zaken rond de zonneactiviteit goed in de gaten heeft gehouden (cat. 2).

Categorie 1 site-bezoekers:
1. Kijk op http://www.spaceweather.com  om te zien of zich de laatste dagen iets bijzonders heeft voorgedaan in de activiteit op de zon. Het bulletin op deze site wordt regelmatig ververst en geeft in een vrij beknopte vorm een goed overzicht wat er allemaal aan de hand is.
2. Is er niets bijzonder gemeld betreffende recente uitbarstingen op de zon dan kan het bulletin op de noaa-site misschien nog wat extra informatie opleveren over de verwachte activiteit voor de komende dagen. Die "3-day Solar-Geophysical Forecast" van NOAA/SEC Today's Space Weather vindt u op: http://sec.noaa.gov/today.html  Deze forecast wordt elke dag om 22 UTC ( dus rond middernacht West Europese tijd) ververst. Is ook daar niets bijzonders gemeld dan kunt u rustig gaan slapen. Maar… heeft u op de bovenstaande adressen wel degelijk berichten gelezen die op verhoogde zonneactiviteit wijzen, dan is het zaak om zo nauwkeurig mogelijk de aard en het tijdstip van aankomst van de deeltjesstroom bij de aarde in te schatten. Daarvoor bestaan er een aantal mooie sites met zeer gedetailleerde informatie.
Vanaf nu kunt u zich beschouwen als een poollicht-vorser in categorie 2.
De volgorde van werken voor categorie 2 site-bezoekers:
3. Kijk naar de Xrayflux die door de GOES satelliet wordt geregistreerd via: http://www.maj.com/sun/images/noaa_xrays.gifGOESxraygrafiek.gif (18765 bytes)
Hoge pieken duidden in ieder geval op mogelijke CME’s ( die wellicht al in het bulletin op Spaceweather.com waren genoemd). Hier is in ieder geval te zien wanneer een CME’s de zon heeft verlaten. Het geeft meteen een kleine inschatting hoeveel tijd er nog kan verlopen voordat een en ander de aarde kan bereiken (tussen de 1 en 3 dagen vanaf het moment van de piek). Een voorbeeld van de goes-xray grafiek vindt u ook op deze pagina afgebeeld.

4. Is bluSOHOLascoC3.jpg (5202 bytes)er een CME geweest dan kijken we hoe die er uitzag en of hij mooi in de richting van de aarde komt. Dat gaat via de SOHO LASCO C3  (de blauwe plaatjes, zie voorbeeld op deze pagina) opnames op de SOHO-satelliet (bevindt zich op circa 1 miljoen km van de aarde): http://sohowww.estec.esa.nl/data/realtime-images.html U klikt bij dit eerste deel van de site op mpeg om een filmpje met de zonne-uitbarsting te downloaden. Soms is op de SOHO-film een prachtige uitbarsting te zien, waarbij de wolk deeltjes naar alle zijden van het beeldveld drijft. Toch is het dan niet zeker of we te maken hebben met een deeltjeswolk die naar de aarde is gericht. Het kan ook een uitbarsting zijn op de achterzijde van de zon, die dus precies van de aarde af is gericht.redSohoLascoC2.gif (7096 bytes)
Om te controleren of we met een van de aarde af gerichte CME hebben te maken, gebruiken we het plaatje van stap 3. Als daar geen piek zit in deeltjesintensiteit van de X-ray flux dan is de uitbarsting waarschijnlijk van ons af gericht! Op SOHO LASCO C2  (voorbeeld op deze pagina) zien we nog in detail hoe de uitbarsting in een andere golflengte plaatvond.Ook daarvan is een mpeg filmpje op internet te bekijken.




Komt er een deeltjeswolk in onze richting dan is het zaak om de eigenschappen er van zo goed mogelijk te  bekijken. Dat kan door de gegevens die de ACE-satelliet op het Internet toont te analyseren. In een totaalplaatje van die satelliet staan een aantal registraties van diverse instrumenten. Een aantal van die registraties zijn bijzonder belangrijk bij het inschatten of er werkelijk kans is op poollicht op onze breedte. ACEgrafiek.gif (14630 bytes)

Als voorbeeld voor stap 5,6 en 7 is op deze pagina een plaatje afgebeeld dat de registraties over een peridoe van 7 dagen toont.

De ACE satelliet staat ook op ruim 1 miljoen kilometer van de aarde. Als de deeltjesstroom de satelliet passeert dan duurt het nog ongeveer een uurtje voordat ook de aardatmosfeer getroffen wordt. Omdat de deeltjeswolk gemiddeld 1 tot 3 dagen over de afstand zon- aarde doet, is het eigenlijk pas vlak voor het arriveren van de deeltjeswolk mogelijk om een enigszins betrouwbare uitspraak te kunnen doen over wel of geen poollichtsituatie op gematigde geo-magnetische breedte.

5. We kijken in ieder geval naar de snelheidsplot (velocity van de zonnewind, gele lijn in de figuur) van de ACE-satelliet als we het hele registratieplaatje oproepen via :http://www.sec.noaa.gov/ace/MAG_SWEPAM_24h.html
Het scherp oplopen van de snelheid is een aanwijzing dat de schokgolf bij de ACE gearriveerd, c.q. gepasseerd is. Vanaf dat moment duurt het dan nog circa 1 uur alvorens de schokgolf de aarde bereikt.
6. Belangrijk is dan meteen in dezelfde ACE-grafiek de bovenste plot: de magnetisch deviatie. Zodra de witte en de rode lijn uit elkaar gaan is het opletten geblazen!
7. In dezelfde grafiek is heel erg belangrijk de Phi, de op één na bovenste grafiek. Die geeft namelijk de richting van het interplanetaire magneetveld op de positie van de ACE satelliet. Is die richting tussen 090 en 270 graden en bij voorkeur in de buurt van 180 graden dan is dat een gunstige situatie om poollicht op Aarde op lagere breedte te mogen verwachten. Is de Phi daarentegen 360 graden of daar in de buurt dan is er maar een kleine kans dat er nog iets terecht komt van poollichtverschijnselen, ook bij grote CME’s! Let op dat het magneetveld soms plotseling ook tijdens in gang zijnde CME-passages langs de satelliet snel wisselt van richting.
8. Op de Ace-plotjes is nog een belangrijke grafiek aanwezig, namelijk die van de density van de deeltjesstroom. De oranjebruine lijn geeft aan hoe de dichtheid van de deeltjesstroom varieert. Is die boven de 10 dan is er een extra reden om alert te zijn op poollicht na een passerende CME.
9. Als we de ACE plotjes hebben bekeken dan is het handig om nog een blik te werpen op de Costello-index (zie voorbeeld op deze pagina). costelloindex.gif (12420 bytes)

Kijk naar de zogenaamde Costello-index om te zien of de index een hoge waarde heeft. Deze grafiek is samengesteld uit diverse gegevens van op aarde en in de ruimte gestationeerde instrumenten. Bij een waarde van 7 is er gerede kans dat sterk poollicht zich ook op West-Europese breedte kan uiten. http://www.sec.noaa.gov/rpc/costello/  Klik aan de linkerzijde van de pagina op de grafiek die de laatste 24 uur weergeeft. Is er tot dat moment nog niet zo’n hoge waarde bereikt dan is er waarschijnlijk nog geen poollicht. Schiet hij echter omhoog dan is het zaak meteen ook buiten de hemel in de gaten te houden.

10. Ook te gebruiken is de Kp-index via: http://www.maj.com/sun/images/noaa_kp_3d.gif. Let  op! Deze index wordt pas aan het eind van een 3-uurs tijdvak bepaald. De show is misschien al (lang) aan de gang! Nog een extra indicator vormen de magnetometers in Scandinavië en Noord-Duitsland.
11. Monitor een "real-time" magnetometer zoals Kiruna :  http://www.irf.se/mag/. Zodra de lijnen "onrustig" worden is dit een aanwijzing dat het schokfront ter plaatse is gearriveerd. Bij een zeer zware uitbarsting richting aarde kan het voorkomen dat de sensoren op de SOHO en ACE verzadigd of anderszins onklaar raken waardoor hun indicatie onbetrouwbaar wordt. In dat geval kun je je toevlucht nemen tot de Proton Monitor van de SOHO via: http://umtof.umd.edu/pm/latest2day.gif

De bovenste snelheidsplot lijkt redelijk betrouwbaar te zijn en loopt meest in de pas met de ACE snelheidsgrafiek.